2009/245

Rapport

Verzoeker ontving een brief van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) met het verzoek de achterstallige kinderalimentatie aan zijn dochter over te maken. Volgens de dochter kwam verzoeker zijn betalingsverplichting niet of onvoldoende na en daarom had zij het LBIO verzocht de inning over te nemen. Verzoeker betwistte de betalingsachterstand met het argument dat hij altijd bij vooruitbetaling had betaald. De door verzoeker overlegde bewijsstukken overtuigden het LBIO echter niet en het LBIO ging over tot de inning van de alimentatie. Verzoeker klaagde er bij de Nationale ombudsman over dat het LBIO de inning van de door hem verschuldigde alimentatie ten behoeve van zijn dochter had overgenomen. De Nationale ombudsman oordeelde dat uit de door verzoeker overlegde betalingsbewijzen niet kan worden afgeleid dat hij de alimentatie vooruit betaalde. Verzoeker had namelijk op het moment van betalen duidelijk moeten maken dat hij de alimentatie vooruit betaalde door de juiste omschrijving te vermelden bij het betalen van de alimentatie aan zijn dochter. Het LBIO is naar het oordeel van de Nationale ombudsman terecht tot inning van de verschuldigde alimentatie overgegaan. De onderzochte gedraging van het LBIO is behoorlijk.

De Nationale ombudsman toetste aan het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Inning van de door verzoeker verschuldigde alimentatie ten behoeve van zijn dochter overgenomen; voorbijgegaan aan het feit dat verzoeker het LBIO meerdere malen erop heeft gewezen dat er geen betalingsachterstand was, omdat hij de alimentatie altijd tijdig, bij vooruitbetaling, heeft voldaan.

Oordeel:

Niet gegrond