2009/221

Rapport

Verzoeker heeft een ernstige vorm van allergie. Dit heeft impact op zijn dagelijks leven omdat hij zich niet in ruimtes kan bevinden die niet voor hem als zodanig zijn ingericht. Verzoeker ontvangt een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB) van de Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard-Oost/Vijfheerenlanden (RSD) en in het kader hiervan rust op hem de plicht om mee te werken aan re-integratie. Verzoeker was gemotiveerd om werk te vinden en deed zelf moeite om een passend re-integratiebedrijf te vinden. De RSD wilde echter niet in zee gaan met de door verzoeker aangedragen bedrijven en verplichtte hem zich telkens buitenshuis te begeven voor gesprekken bij de RSD of re-integratiebureaus. Verzoeker probeerde telkens zijn consulenten ervan te overtuigen dat deelneming aan een re-integratietraject of het verlaten van zijn woning schier onmogelijk was. Ter illustratie hiervan kon verzoeker zijn medisch dossier overleggen, maar dit werd niet afdoende geacht en verzoeker werd steeds verplicht om op afspraken te verschijnen. Verzoeker was tevens verplicht een traject te volgen dat gericht was op het aanleren van normen en waarden en hem was meegedeeld dat hij kon worden opgehaald door de politie wanneer hij hier niet zou verschijnen. Zijn klacht van verzoeker hierover werd ongegrond verklaard en de RSD verweet hem demotivatie en vermoedde simulatie van zijn medische klachten. In twee jaar tijd waren er vijf consulenten betrokken geweest bij de re-integratieactiviteiten van verzoeker. Dit grote aantal was gelegen in het feit dat er sprake was geweest van personeelsverloop. Door de wisseling van consulenten werden de klachten van verzoeker minder ernstig geschat dan ze in werkelijkheid waren. Na het meest recente medisch onderzoek bleek dat van simulatie van klachten geen sprake kon zijn en zag de RSD in dat een zorgvuldiger benadering van verzoeker op zijn plaats was geweest. Het bezwaarschrift van verzoeker werd gegrond verklaard.

Verzoekers medische klachten werden door de RSD niet serieus genomen en hem werd demotivatie verweten. Door de vooringenomenheid van de RSD werd verzoeker stevig aangepakt en werd hij telkens verplicht zich buitenshuis te begeven, wat zijn klachten verergerden. Indien de RSD naar verzoeker had geluisterd had men kunnen inzien dat de aanpak van verzoekers situatie maatwerk behoefde. Het mag van een bestuursorgaan verwacht worden dat hij de situatie van een burger onbevooroordeeld en objectief bekijkt.

De Nationale ombudsman overwoog dat de RSD onvoldoende rekening heeft gehouden met de lichamelijke beperkingen van verzoeker en hem hierdoor onvoldoende heeft begeleid in het re-integratieproces en stelde dat de RSD het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving heeft geschonden.

Het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving: gegrond

Het verbod van vooringenomenheid: gegrond

Instantie: Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard-Oost/Vijfheerenlanden te Gorinchem

Klacht:

Onvoldoende rekening gehouden met de lichamelijke beperkingen van verzoeker en hem hierdoor onvoldoende begeleid in het re-integratieproces; geweigerd verzoeker te laten deelnemen aan een re-integratieproject voor jongeren met een lichamelijke beperking.

Oordeel:

Gegrond