2009/172

Rapport

Verzoeker ontving een brief van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) met het verzoek de achterstallige kinderalimentatie aan zijn ex-echtgenote en kinderen over te maken. Hij betaalde de alimentatie niet tijdig waarop het LBIO de inning van de alimentatie voor een periode van een half jaar overnam en extra kosten in rekening bracht.

Verzoeker klaagt erover dat het LBIO pas na het verstrijken van de betalingstermijn heeft gereageerd op het verzoek om opschorting van het incasso van zijn advocaat. Verzoeker verkeerde in de veronderstelling dat hij een reactie op het verzoek om opschorting kon afwachten.

Het LBIO mocht ervan uitgaan dat de advocaat van verzoeker kennis had genomen van de informatie die in de brief aan verzoeker was verstrekt en zich had gerealiseerd dat het om een fatale termijn ging. Desondanks bleek uit de brief van de advocaat aan het LBIO dat er een misverstand bestond over de procedure rondom opschorting van de betalingsverplichting. Het LBIO had verzoeker tijdig uitleg moeten geven om dit misverstand weg te nemen en hem erop te wijzen hoe hij overname van de inning door het LBIO kon voorkomen. Open en snelle communicatie met de alimentatieplichtige ouder (desnoods een telefoontje) is juist in de eerste fase van de bemoeienis van het LBIO van belang.

Vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking

Klacht gegrond.

Aanbeveling om met verzoeker in overleg te treden om de opslagkosten voor een deel te vergoeden.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Pas op 20 juni 2007 aan verzoekers advocaat laten weten niet in te kunnen stemmen met verzoek van 31 mei 2007 om opschorting van incasso van de door verzoeker verschuldigde kinderalimentatie, terwijl LBIO op 18 juni 2007 de inning van kinderalimentatie heeft overgenomen.

Oordeel:

Gegrond