2008/032

Rapport

In de nacht van 31 maart op 1 april 2007 vond er een feestje in verzoekers woning plaats. Naar aanleiding van meldingen van geluidsoverlast, kwam de politie ter plaatse en gaf een waarschuwing aan de persoon die de voordeur opende.

Naar aanleiding van nieuwe meldingen ging de politie opnieuw ter plaatse en schreef een proces-verbaal uit.

Verzoeker klaagde erover dat de politie hem een boete had gegeven zonder dat hij hiervoor een waarschuwing had gekregen.

Hoewel het beter was geweest als de politie zich ervan had vergewist dat zij de waarschuwing aan de veroorzaker van de geluidsoverlast had gegeven, oordeelde de Nationale ombudsman dat de politie er vanuit mocht gaan dat de waarschuwing verzoeker (als hoofdbewoner van het pand) had bereikt, zeker gezien het feit dat de muziek na de komst van de politie zachter werd gezet.

Het redelijkheidsvereiste was niet geschonden.

Verzoeker klaagde er verder over dat de politie zijn woning zonder zijn toestemming was binnengetreden. Klacht was gegrond.

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

Boete gegeven wegens geluidsoverlast zonder hiervoor een waarschuwing te geven.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

Zonder toestemming huis binnengetreden.

Oordeel:

Gegrond