2007/117

Rapport

Verzoeker vroeg aan de Nederlandse ambassade in de Dominicaanse Republiek of zijn dochter een Nederlands paspoort kon krijgen. De ambassade vertelde hem dat hij daarvoor een toestemmingsverklaring nodig had, en verleende het paspoort. In Nederland bleek dat het kind toch niet de Nederlandse nationaliteit had en werd het paspoort ingenomen. Daarom vroeg verzoeker aan het Dominicaanse Consulaat in Nederland om een Dominicaans paspoort. Ook vroeg hij een toestemmingsverklaring. Die kosten voor het tweede paspoort waren veel hoger dan wanneer hij meteen een Dominicaans paspoort had gevraagd.

Verzoeker klaagt erover dat de minister van Buitenlandse Zaken heeft geweigerd om de kosten te vergoeden van de eerste aanvraag, en de tweede aanvraag inclusief de toestemmingsverklaring.

De Nationale ombudsman toetst aan het redelijkheidsvereiste. Hij vindt dat de kosten voor de eerste procedure (leges, toestemmingsverklaring en legalisatie daarvan) moeten worden vergoed. Verzoeker had namelijk aan de ambassade gevraagd of hij een paspoort kon krijgen. Daarom had de ambassade moeten vragen of hij wist of zijn dochter daarvoor in aanmerking kwam of niet, en had hem op de gebruikelijke vereisten moeten wijzen. Als de ambassade hem niet kon vertellen of hij aan de vereisten voldeed, had de ambassade hem dat moeten zeggen. De ombudsman vindt niet dat hij eerst een adviesaanvraag had moeten indienen, zoals de minister van mening was. De ambassade had dat niet gezegd. Dat de ambassade helemaal geen informatie hoeft te geven geldt misschien wanneer de aanvraag gratis is. Van de ambassade mag in redelijkheid worden verwacht om burgers te informeren, om te voorkomen dat zij nodeloos kosten maken.

De ombudsman oordeelt dat de klacht gegrond is.

Van de tweede aanvraag had de minister al laten weten de kosten voor het paspoort (verminderd met de leges die hij toch had moeten betalen voor het Dominicaanse paspoort) te vergoeden. De ombudsman vindt dat de minister kosten voor de tweede toestemmingsverklaring niet hoeft te vergoeden, omdat de minister dit niet als eis had gesteld voor het paspoort.

De Nationale ombudsman doet de minister van Buitenlandse Zaken de aanbeveling om de kosten van de eerste aanvraag te vergoeden zoals leges en (het legaliseren van) stukken.

Verzoeker klaagt ook over het niet vergoeden van de kosten van rechtsbijstand, en over opmerkingen van de minister in de brief van 16 augustus 2006.

Deze klachten zijn niet gegrond.

Instantie: Ministerie van Buitenlandse Zaken

Klacht:

Geweigerd kosten te vergoeden die verzoeker heeft gemaakt als gevolg van ten onrechte verstrekken van Nederlands paspoort voor zijn minderjarige dochter.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Ministerie van Buitenlandse Zaken

Klacht:

Geweigerd kosten te vergoeden voor tweede paspoortaanvraag; geweigerd kosten van rechtsbijstand te vergoeden; kleinerende opmerkingen gemaakt in brief .

Oordeel:

Niet gegrond