2007/039

Rapport

Verzoekster en haar echtgenoot waren op 12 juli 2003 betrokken bij een aanrijding. Verzoekster reed een voorrangsweg op en werd net over de kruising van achteren aangereden. Betrokken ambtenaar K. kwam ter plaatse die zou hebben gezegd dat de aanrijding niet aan haar schuld te wijten was. Een maand later ontving verzoekster een procesverbaal waarin stond dat zij als verdachte was aangemerkt, dat haar was meegedeeld van welk strafbaar feit zij werd verdacht en dat haar de cautie was gegeven.

Verzoekster klaagt erover dat zij in het procesverbaal als verdachte is aangemerkt en dat daarin staat vermeld dat haar de cautie is gegeven.

Vast is komen te staan dat de politie verzoekster ter plaatse niet als verdachte had aangemerkt, maar dit wel in het procesverbaal had vermeld. Het procesverbaal was op dit punt dus niet juist. Om die reden gaat de No in dit geval niet van het procesverbaal uit. Anderzijds is de No het niet eens met verzoeksters stelling dat haar de cautie niet is gegeven omdat zij op dat moment niet als verdachte was aangemerkt. Op het moment dat de politie naar aanleiding van een aanrijding ter plaatse komt, is het voorstelbaar dat de toedracht niet duidelijk is en niet te bepalen is wie de verdachte is. Het komt de No niet vreemd voor dat op dat moment aan alle betrokkenen de cautie wordt gegeven alvorens een verklaring wordt afgenomen. Er waren geen omstandigheden aanwezig op grond waarvan aan de ene lezing meer betekenis moet worden toegekend dan aan de andere lezing. No onthoudt zich van het geven van een oordeel.

Het betrof het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

Overige klachtonderdelen

ondeugdelijk onderzoek naar de feitelijke toedracht;

geen maatregelen genomen mbt correcte wijze van ongevallenanalyse

het insturen van het proces-verbaal

het toewijzen van een contactpersoon die geen informatie wil geven vanwege privacyredenen;

geen verklaring geven waarom de verbalisant zelf bij het onderzoek naar het proces-verbaal werd betrokken;

de door haar man opgestelde verklaring buiten genoemd onderzoek houden;

haar nog steeds als verdachte van het niet-voorrang verlenen aanmerken

haar in de behandeling van haar klacht onheus bejegenen.

Instantie: Regiopolitie Gooi en Vechtstreek

Klacht:

Afhandeling aanrijding waarbij verzoekster en haar man betrokken waren: verzoekster in proces-verbaal als verdachte aangemerkt; contactpersoon aan verzoekster toegewezen die vervolgens te kennen gaf geen informatie te willen geven vanwege privacyredenen; verklaring van verzoeksters echtgenoot buiten het onderzoek gehouden; onheus bejegend door de opmerking dat er "volstrekt onnodige polarisatie is ontstaan die alleen geleid heeft tot een buitenproportionele papierproductie en verharding van standpunten".

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Gooi en Vechtstreek

Klacht:

Geen maatregelen genomen om tot correcte wijze van ongevallen-analyse te komen; ondeugdelijk onderzoek uitgevoerd door Bureau Interne Zaken; proces-verbaal gestuurd naar officier van justitie hoewel niet kon worden vastgesteld of wel of geen cautie was gegeven; proces-verbaal gestuurd naar officier van justitie voordat het onderzoek naar klacht was afgerond; geen verklaring gegeven omtrent betrokkenheid van verbalisant bij het onderzoek; verzoekster in politiedossiers steeds als verdachte aangemerkt.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Gooi en Vechtstreek

Klacht:

In proces-verbaal vermeld dat aan verzoekster cautie is gegeven.

Oordeel:

Geen oordeel