2005/262

Rapport

De gemeente had verzoekers inboedel, die door een ontruiming op straat dreigde te geraken, uit overwegingen van openbare orde en veiligheid laten meevoeren en opslaan. Een deel van de inboedel was vernietigd, volgens verzoeker onnodig. Verzoeker klaagde onder meer hierover als ook over de duur van de klachtbehandeling alsmede over de motivering en de uitkomst. Een schadeclaim van verzoeker wikkelde de gemeente af ruim vier maanden nadat zij de klacht had afgewikkeld.

Er is ruimte voor coulance in situaties waarbij ten gevolge van vermoedelijke maar onbewezen fouten van bestuursorganen burgers uitgaven in geld of investeringen in tijd hebben gedaan of (zullen) moeten doen, zonder dat sprake is van evident of vermoede­lijk onrechtmatig handelen.

De gemeente koos ervoor om door toepassing van bestuursdwang zaken van verzoeker feitelijk in beheer te nemen. Bij dat beheer hoorde de mogelijkheid van controle achteraf of dat beheer juist werd uitgeoefend. Het proces-verbaal was ten aanzien van de 'te vernietigen zaken' onvoldoende gespecificeerd. Met name wat er in de diverse blauwe zakken had gezeten was en bleef onbekend. Ook ten aanzien van een aantal andere 'te vernietigen zaken' was niet meer vast te stellen of dit terecht is gebeurd. Hierdoor was sprake van vermoedelijke, maar onbewezen fouten van de gemeente. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman had de gemeente jegens verzoeker dan ook in beginsel coulance moeten betrachten, en met verzoeker in overleg moeten treden over een vorm van compensatie in geld of in natura.

Verder oordeelde de Nationale ombudsman dat een termijn van ruim vier maanden tussen afwikkeling van de klacht en uitspraak op de aansprakelijkstelling, mede ook gelet op de betrekkelijke eenvoud van de claim en het al verrichte feitenonderzoek in het kader van de interne klachtbehandeling, strijdig was met het vereiste van voortvarendheid.

De gemeente had daarmee gehandeld in strijd met het vereiste om daar waar is aangewezen coulance te betrachten en met het vereiste van voortvarendheid. In zoverre achtte de Nationale ombudsman de onderzochte gedraging niet behoorlijk.

De Nationale ombudsman nam er met instemming kennis van dat:

- er thans op wordt toegezien om bij elke opening van containers in het kader van de toepassing van bestuursdwang bij huisuitzettingen foto's te maken van de inhoud van die containers;

- intern maatregelen zijn getroffen, waarmee voor de toekomst wordt beoogd de afhandeling van klachten zoveel mogelijk binnen de daarvoor geldende termijnen te laten plaatsvinden.

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen werd in overweging gegeven om:

- met verzoeker in overleg te treden over een vorm van compensatie voor mogelijk ten onrechte vernietigde zaken;

- maatregelen te treffen om in vergelijkbare gevallen te komen tot een voortvarende afwikkeling van (eenvoudige) claims, die zijn gekoppeld aan een klacht.

Instantie: Gemeente Nijmegen

Klacht:

Onzorgvuldig omgesprongen met roerende zaken van verzoeker die na zijn huisuitzetting bij de gemeente waren opgeslagen; aantal zaken niet teruggegeven;.

Oordeel:

Geen oordeel

Instantie: Gemeente Nijmegen

Klacht:

Wijze van klachtafhandeling: motivering, uitkomst en behandelingsduur.

Oordeel:

Gegrond