2005/210

Rapport

Verzoekster was werkzaam in het basisonderwijs. Naar aanleiding van signalen van ouders van verzoeksters leerlingen met betrekking tot haar functioneren belegde de directeur van de school een bijeenkomst, waarop ouders, in elkaars bijzijn en buiten afwezigheid van verzoekster, hun klachten en kritiek konden uiten. Ingevolge de voor de school vastgestelde klachtenregeling dienden ouders hun klacht echter eerst met de leerkracht op te nemen. Na overleg met de directeur van de school en het hoofd van de afdeling onderwijs van de gemeente was verzoekster vervolgens ziek gemeld. Het college van burgemeester en wethouders verklaarde verzoeksters klachten over de gang van zaken, in afwijking van het advies van de klachtencommissie, ongegrond.

Verzoekster wendde zich tot de Nationale ombudsman met een klacht over die beslissing van het college.

De Nationale ombudsman overwoog onder meer dat een behoorlijke klachtbehandeling meebrengt dat klager en beklaagde op elkaars standpunt moeten kunnen reageren, en dat verzoekster nimmer de gelegenheid had gekregen om met de ouders over hun kritiek te spreken. Het standpunt van het college dat de directeur van de school in dit geval voldoende zorgvuldig had gehandeld vond dan ook onvoldoende steun in de feiten en omstandigheden van het geval. In het geval dat een bestuursorgaan oordeelt in afwijking van het advies van een klachtadviesinstantie, dient dat ingevolge artikel 9:16 Awb uit de beslissing te blijken. Uit de beslissing van het college bleek echter niet feitelijk en overtuigend waarom was afgeweken van het advies.

De Nationale ombudsman oordeelde dat het college had gehandeld in strijd met het motiverings­vereiste. Hij achtte de onderzochte gedraging niet behoorlijk.

Instantie: Gemeente Veendam

Klacht:

Klachten ongegrond verklaard over wijze waarop is omgegaan met kritiek op verzoekster als leerkracht .

Oordeel:

Gegrond