2005/161

Rapport

In het kader van een strafrechtelijk financieel onderzoek werd in april 1995 conservatoir beslag gelegd op o.a. verzoeksters BMW. De Dienst Domeinen taxeerde de auto in 1995. Na de uitspraak van de rechtbank stelde de officier van justitie een ontnemingsvordering in. Verzoekster werd in hoger beroep in oktober 1998 veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijk. In 1999 werd de auto verkocht bij de Dienst Domeinen. In 2001 werd de ontnemingsvordering tegen verzoekster ingetrokken.

Verzoekster klaagde erover dat haar auto was vervreemd door de officier van justitie en dat hij haar niet had geïnformeerd over het voornemen en de beslissing tot vervreemding.

De Nationale ombudsman overwoog dat op grond van de Aanwijzing Ontneming, een aantal bevoegdheden voor het beheer van het conservatoir beslag aan het BOOM (Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie) waren overgedragen, dat mocht overgaan tot het verstrekken van een machtiging tot vervreemding bij zaken die onderhevig zijn aan snelle waardedaling. In dit geval had het BOOM deze machtiging specifiek ten aanzien van de BMW verleend.

Ter beoordeling van de behoorlijkheid van de beslissing tot vervreemding toetste de Nationale ombudsman aan het redelijkheidsvereiste. De Nationale ombudsman overwoog dat niet in strijd was geweest met het redelijkheidsvereiste. Bij een langere bewaring was de auto nog meer in waarde gezakt. De onderzochte gedraging was op dit punt behoorlijk. Wel merkte de Nationale ombudsman op dat het Openbaar Ministerie eerder tot vervreemding had kunnen overgaan om zo een verdere waardedaling te voorkomen.

Ten aanzien van het informeren over het voornemen en de beslissing tot vervreemden, overwoog de Nationale ombudsman dat op grond van de wettelijke bepalingen er geen verplichting bestaat voor de officier van justitie om de voorgenomen machtiging tot vervreemding kenbaar te maken aan de beslagene.

Overige klachtonderdelen:

- teruggave in 2002 van andere spullen

- toekenning bedrag voor BMW

- afwijzing schadevergoedingsverzoek voor betaalde verzekeringspremie.

Instantie: Openbaar Ministerie te Maastricht

Klacht:

Bepaalde in beslaggenomen goederen pas in 2002 teruggegeven aan verzoekster terwijl het gerechtshof al in 1998 uitspraak had gedaan;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Openbaar Ministerie te Maastricht

Klacht:

In beslaggenomen auto vervreemd; verzoekster niet geïnformeerd over het voornemen en de beslissing tot vervreemding.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: College van procureurs-generaal

Klacht:

Toegekende bedrag verzoeksters auto lager dan getaxeerde waarde; verzoek afgewezen tot vergoeding van door verzoekster betaalde verzekeringspremie.

Oordeel:

Niet gegrond