Hulp met een luchtje

Op deze pagina

    Column
    Oudere dame zit in een stoel

    Leentje den Heijer (niet de echte naam) is ernstig ziek. Ze kan zelf niet veel doen in haar huis. Ze krijgt daarom vanuit de Wmo een huishoudelijke hulp. Ze heeft afspraken gemaakt over het werk. Als de hulp die afspraken niet nakomt, wil Leentje een andere hulp. De gemeente geeft echter geen gehoor.

    Leentje heeft een lichamelijke beperking en wordt ook ontzettend ziek van sigarettenrook. Het lastige is dat zij dat als gevolg van een ziekte niet kan ruiken. Als een roker in haar buurt komt, wordt ze onwel zonder te weten waar het aan ligt. Toen de buurvrouw haar vertelde dat de hulp naar sigaretten rook, heeft Leentje goede afspraken gemaakt met de hulp. Die draagt geen kleren meer die naar rook ruiken en mag in huis niet roken.

    Leentje wordt toch steeds zieker. Als ze haar hulp betrapt op roken in de tuin begrijpt ze ook waarom. Ze maakt hier melding van en de hulp wordt weggestuurd. Maar Leentje kan niet zonder huishoudelijke hulp en belt daarom met de manager van de gemeente.

    Die manager laat haar weten dat er momenteel geen capaciteit is om haar meteen een nieuwe hulp te sturen. Ook een ander zorgkantoor kan geen oplossing bieden. Daar komt ze wekenlang op een wachtlijst. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

    Door haar slechte gezondheid kan Leentje weinig zelf en dus belt ze met medewerker Fatima (niet de echte naam) van de Nationale ombudsman. Ze vertelt Fatima dat ze wil klagen bij de gemeente, maar weet niet goed hoe ze dat moet doen. Fatima weet dat niet iedereen zijn weg daarin weet te vinden. Ze besluit Leentje daarbij te helpen. Samen met haar zet ze de klacht in een brief en legt die voor aan de klachtcoördinator van de gemeente.

    Inmiddels zit er gelukkig al schot in de zaak. De thuishulporganisatie heeft een nieuwe hulp gevonden voor Leentje. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt en de contactpersoon van de gemeente belt maandelijks met Leentje om te kijken hoe het gaat en of ze tevreden is. Dat is gelukkig het geval.  

    Ik vind het belangrijk dat een gemeente de burger een luisterend oor biedt als deze aan het loket komt met een probleem. Je kan iemand niet wegsturen met 'Sorry over een paar weken bent u aan de beurt' als er nu hulp nodig is. Fijn dat we Leentje hebben kunnen helpen bij haar klacht en dat ze nu weer vooruit kan met een nieuwe hulp.

    De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column

    Deze column is verschenen in de Telegraaf van zaterdag 16 november 2019.