Gewist

Op deze pagina

    Column
    Foto van een man

    Thijs* heeft last van zijn arm en gaat daarvoor op zijn fiets naar de fysiotherapeut. Hij wil vaart maken, maar kan twee naast elkaar rijdende fietsers niet inhalen. Hij spreekt ze aan, waarop ze Thijs uitschelden en beledigen. De drie beginnen te duwen en trekken, waarna Thijs een van de jongens in het gezicht slaat. De andere jongen belt de politie, waarna twee agenten snel ter plekke zijn. Wat er dan volgt is reden voor Thijs om een klacht in te dienen bij de politie en later bij de Nationale ombudsman.

    De ombudsman zoekt uit wat er is gebeurd. Beide agenten zeggen de mannen eerst afzonderlijk gesproken te hebben. Omdat de geslagen jongen aangifte van mishandeling heeft gedaan, heeft de politie Thijs aangehouden. Thijs verzet zich dan fysiek en verbaal. De politie waarschuwt Thijs, een grote man, bij aanhoudend verzet geweld te moeten gebruiken. Het boeien lukt niet, maar na de komst van een derde agent en met behulp van een nekklem kan Thijs naar de grond worden gebracht, geboeid en worden meegenomen naar het politiebureau. Na een verhoor gaat hij akkoord met een lik-op-stuk-voorstel: hij betaalt een boete en kan gaan. 

    Thijs heeft een heel andere weergave over wat er op straat is gebeurd toen de politie is gearriveerd. Hij heeft direct toegegeven een klap te hebben uitgedeeld. Zonder hem iets te vragen of te vertellen is hij direct aangehouden. Vermoedelijk vanwege zijn grote gestalte is daarbij meteen geweld gebruikt. Als reactie daarop kan hij zich wel verzet hebben, omdat hij zijn pijnlijke arm wilde beschermen en de exacte reden van de aanhouding niet wist. Maar tegen de aanhouding op zich had hij zich niet verzet.

    De ombudsman kan zich voorstellen dat het voor Thijs niet mee was gevallen om van slachtoffer van belediging opeens als dader te worden gezien. Maar nu er aangifte tegen hem was gedaan, moest hij nu eenmaal mee naar het bureau. En als dat niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks: hij was vooraf gewaarschuwd. De ombudsman vindt het wel onbegrijpelijk dat de politie de beelden van de bewakingscamera niet had bewaard. Thijs had daar bij het indienen van zijn klacht nog wel speciaal om gevraagd. Op dat moment waren de beelden nog voorhanden. Als Thijs de beelden terug had kunnen zien, dan had hij misschien ook zelf beter kunnen begrijpen waarom er voor de politie weinig anders had opgezeten dan zo in te grijpen. Dan had hij hetgeen er is gebeurd misschien ook beter kunnen verwerken. Het wissen van de beelden was een gemiste kans.

    * Gefingeerde naam