Onbegrijpelijke overheid

Op deze pagina

    Column

    Roy* heeft een klusbedrijf. Zijn grootste opdrachtgever gaat failliet en Roy blijft met schulden achter. Een opeenstapeling van tegenslagen volgt: Roy belandt niet alleen in financieel in zwaar weer, hij krijgt een burn-out en huwelijksproblemen vloeien daaruit voort. Hij kan zijn boekhouder niet meer betalen en daardoor raakt hij nog dieper in de problemen. Het verhaal van Roy treft mij. Wat staat iemand met schulden te wachten?

    Roy heeft op zijn terrein een stokoude oude auto staan die niet eens meer kan rijden en waarvoor zijn boekhouder steeds schorsing van de wegenbelasting aanvraagt. Omdat zijn boekhouder het werk gestaakt heeft, is dit nu fout gelopen. Met als gevolg dat hij voor drie kwartalen is aangeslagen voor wegenbelasting die hij niet kan betalen. Daarom heeft hij van het Centraal Justitieel Incasso Bureau, het CJIB, verhoging op verhoging opgelegd gekregen en inmiddels moet hij dik € 3.000 betalen. Roy vindt een nieuwe boekhouder en die belt het CJIB voor een regeling, maar wordt simpelweg verwezen naar de deurwaarder en die wil alleen maar geld zien. Roy is radeloos en vreest voor zijn faillissement.

    Natuurlijk is iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen schulden, maar ik vind dat de overheid als schuldeiser oog moet hebben voor de redelijke belangen van burgers. Bijvoorbeeld door maatwerk te leveren wanneer een onnodig faillissement dreigt. Daarom heb ik het CJIB gevraagd om een oplossing. Het CJIB erkent dat dit wel een heel uitzonderlijk geval is en dat het in deze situatie hoogst ongelukkig is om zomaar dwangmiddelen in te zetten. Ze gunnen Roy wat extra tijd om zijn financiën op orde te brengen. Daarnaast geven ze hem ook tips over waar hij terecht kan voor schuldhulpverlening: de gemeentelijke kredietbank.

    Roy zit diep in de problemen maar gelukkig is dit deel van zijn misère wat verlicht. Tegelijkertijd maak ik mij ernstig zorgen dat het zover is gekomen. Deze week presenteerde ik mijn jaarverslag over 2012 aan de Tweede Kamer. Wat mij vooral opvalt, is dat onze overheid steeds complexer wordt. Het is voor veel burgers lastig om onze bureaucratie te begrijpen en er goed mee om te gaan. Kleine foutjes hebben vaak grote gevolgen en dat leidt natuurlijk tot spanningen tussen burgers en overheid. In 2012 heb ik zo'n 15.000 zaken onder ogen gekregen waaruit blijkt hoe onbegrijpelijk de overheid vaak is.  Daarom mijn oproep aan de overheid: maak niet steeds meer wetten en regels en nieuw beleid, maar zorg voor een begrijpelijke overheid. Zeker in deze crisistijd  is het heel triest als mensen nog meer in de financiële problemen komen omdat ze niet door hebben hoe al die regeltjes werken en aan welke verplichtingen ze allemaal moeten voldoen.

    * Gefingeerde naam