De dokter is boos

Op deze pagina

    Column
    foto van een vrouwelijke arts

    Victoria* is huisarts. Zij heeft euthanasie toegepast bij een patiënt die veel pijn leed. Een ingrijpende gebeurtenis, ook voor haar als arts. Zij meldt de euthanasie bij de regionale toetsingscommissie euthanasie. Zij moeten nagaan of Victoria de beslissing om euthanasie toe te passen overeenkomstig de wet heeft genomen. De commissie stuurt haar een ontvangstbevestiging waarin ze schrijft dat het niet lukt om de melding binnen de wettelijke termijn van 12 weken te behandelen. Dat komt door de grote achterstanden, dat betreurt de commissie zelf ook. Victoria kan pas negen maanden later een oordeel verwachten.

    Dit schiet Victoria in het verkeerde keelgat. Ze schrijft de commissie een hele boze brief: 'Wanneer ú zich al niet aan de wet houdt, hoe kunt u dan van mij verwachten dat ik me eraan houd? Door uw handelwijze ondermijnt u mijn vertrouwen in de overheid.' Ze wijst de commissie er fijntjes op dat ook zij meer euthanasieverzoeken krijgt, maar dat dat voor haar geen reden is om ze pas na 9 maanden te behandelen.

    Euthanasie is een belangrijk, maar ook beladen onderwerp. Iemand die ondraaglijk en uitzichtloos lijdt kan een huisarts vragen om zijn leven te beëindigen. Euthanasie moet zeer zorgvuldig toegepast worden. De dokter heeft vaak een langdurige en persoonlijke relatie met zijn patiënt. Daarom is ook voor professionals euthanasie emotioneel. De dokter moet zich daarom aan strikte regels houden. Hij moet serieus toetsen of er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, een tweede arts raadplegen en achteraf melden bij de toetsingscommissie.

    Victoria stuurt ook een brief naar de minister van Veiligheid en Justitie, de minister van Volksgezondheid, de Inspectie voor de gezondheidszorg, de landelijke huisartsenvereniging en naar mij. In die brief schrijft ze over de achterstanden: 'gewoon efficiënter werken en geen Wichtigmacherei'. Ik vind het zeer ernstig dat de regionale toetsingscommissies zulke grote achterstanden hebben.

    Ik heb bij minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en bij minister Schippers van Volksgezondheid deze onwenselijke situatie onder de aandacht gebracht. Ze erkennen de ernst van het probleem en willen de achterstanden in de loop van dit jaar wegwerken. Daarom zal ik eind dit jaar nagaan of dat inderdaad gelukt is. Zo lang wachten in deze belangrijke kwesties is onaanvaardbaar.

    * gefingeerde naam
    De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column