Ik wil mijn zoon zien

Op deze pagina

    Column
    Foto van een man

    De strijd over de omgang van ouders met kinderen na een echtscheiding kan leiden tot een heftige strijd, die soms over de rug van kinderen uitgevochten wordt. Recent heb ik mij bezig gehouden met het geval van Marcel* en zijn zesjarige zoon Brent*. Marcel scheidt in 2006 van de moeder van de toen tweejarige Brent. Om het weekend is Brent bij zijn vader. In 2007 wordt Brent onder toezicht gesteld en in een pleeggezin geplaatst. Na de uithuisplaatsing verandert de omgangsregeling tussen Marcel en Brent. Marcel mag Brent eens per maand een paar uur zien. Marcel wil vaker omgang met Brent, maar Bureau Jeugdzorg houdt dit tegen. In Brents dossier ligt een verklaring van Marcels ex dat er sprake is geweest van huiselijk geweld.

    'Huiselijk geweld'? Ik zou mijn gezinsleden nooit iets aandoen. Mijn ex kletst,’ zo schrijft Marcel in een brief die hij mij stuurt omdat hij het gevoel heeft dat hij vastloopt. Bureau Jeugdzorg heeft de bewering van zijn ex zonder nader onderzoek voor waar aangenomen omdat deze informatie door de Raad voor de Kinderbescherming is doorgespeeld. Er staat meer belastende informatie over Marcel in het dossier waarover hij zelf zegt dat deze niet klopt. De gezinsvoogd met wie hij hierover een gesprek heeft, schrijft dat ze zich door Marcel geïntimideerd voelt. Wat hij heeft gedaan om haar dat gevoel te geven, staat er niet bij. Volgens Marcel wordt hij onterecht afgeschilderd als een boeman; hij wilde alleen maar zorgen dat de informatie in het dossier van Brent klopt.

    Hij schrijft de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg. De uitspraak van de klachtencommissie luidt: de informatie in het dossier is belastend voor de vader en is nooit gecontroleerd. Die uitspraak leidt echter niet tot aanpassing van het dossier. Dus blijven de belastende verklaringen gewoon in het dossier. Ik vraag Bureau Jeugdzorg om een toelichting. Jeugdzorg is met de Raad voor de Kinderbescherming van oordeel dat de informatie helder genoeg is. Het huiselijk geweld staat onder het kopje ‘Mening moeder’. Bovendien stellen zij dat het niet de taak is van de Raad om de waarheid te achterhalen. Het gaat volgens hen om het vinden van de juiste oplossing. ‘Niet de taak om de waarheid te achterhalen’ is een zinnetje dat mij onaangenaam treft als ik alle stukken heb gelezen. Het is de taak van een overheidsinstantie om onpartijdig en niet vooringenomen te zijn. Bureau Jeugdzorg heeft naar Marcels idee een negatief beeld van hem en neemt beschuldigingen van zijn ex klakkeloos aan. Nooit is onderzocht of er bijvoorbeeld aangifte van huiselijk geweld is gedaan, en of Marcel hiervoor vervolgd is.  

    Ik vind dat Jeugdzorg zich actiever had moeten opstellen. Als ze een verklaring willen opnemen in een rapport, moet eerst de juistheid getoetst worden. Alleen over feiten kan een rechter immers een goed oordeel vormen. Ik ben dan ook tevreden om te horen dat Bureau Jeugdzorg op mijn advies met Marcel heeft gesproken en de belastende informatie alsnog uit het dossier heeft verwijderd.

    * Om privacyredenen is de naam veranderd
    De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column