Slachtoffer mensenhandel

Op deze pagina

    Column

    Jaarlijks worden in Nederland duizenden mensen slachtoffer van mensenhandel. Deze slachtoffers zijn kwetsbaar en vinden het vaak onveilig om aangifte te doen. Ze vermijden eerder contact met de politie. Neem het verhaal van X die uiteindelijk wel de moed bij elkaar heeft geraapt om haar verhaal te doen bij de vreemdelingenpolitie.

    X is op 15-jarige leeftijd samen met een vriend van haar overleden moeder vanuit Ethiopië naar Nederland gekomen. Eenmaal in Nederland blijkt die vriend geen goede bedoelingen met haar te hebben. Hij wil dat zij met verschillende mannen naar bed gaat. Nadat X duidelijk maakt hier niet aan mee te willen werken, pakt hij haar paspoort en al haar persoonlijke bezittingen af. Daarna is hij verdwenen en X heeft hem nooit meer gezien. Daar sta je dan, in een vreemd land zonder paspoort en illegaal zonder papieren. Zij vindt onderdak bij een kerk. Enige tijd later wordt X aangehouden door de politie en zij kan zich niet identificeren. Op het politiebureau vertelt X haar verhaal over hoe zij hier is terechtgekomen. De vreemdelingenpolitie laat X weer gaan en legt haar een meldplicht op. Wel adviseren zij haar om goed na te denken over een mogelijke aangifte tegen de vriend van haar moeder.

    In de periode daarna heeft X tweemaal bij de politie haar verhaal gedaan over haar reis naar Nederland en de gebeurtenissen die daarop volgden. Hiervan heeft de politie een rapportage opgesteld. Maar de politie ziet onvoldoende aanknopingspunten in haar verhaal en maakt daarom geen officiële aangifte op. Zij wilde echter wél aangifte doen en zij dient daarom een klacht in. Omdat zij er met de politie niet uitkomt, roept zij - via haar advocaat – mijn hulp in.

    Ik vind het goed dat politie en justitie prioriteit geven aan het bestrijden van mensenhandel. Er is ook een speciale beschermingsregeling. Een vermoedelijk slachtoffer van mensenhandel krijgt verblijfspapieren voor de periode dat zij meewerken aan de opsporing en vervolging van de van mensenhandel verdachte persoon. Bij de geringste aanwijzing dat er sprake is van mensenhandel dient de politie vermoedelijke slachtoffers te wijzen op de mogelijkheid tot het doen van aangifte. Ook hoort de politie in zo'n geval slachtoffers een bedenktijd van drie maanden te geven om te beslissen of zij aangifte willen doen. In de zaak van X heeft de politie niet gehandeld volgens deze regeling. X heeft geen verblijfspapieren gekregen. Daardoor verbleef zij steeds illegaal in Nederland. Ook is zij daardoor een aantal voorzieningen misgelopen. Dit betreur ik. Zeker in deze situatie. De politie heeft X immers uitgenodigd om aangifte te doen. Dan is het raar om vervolgens geen proces-verbaal op te maken. Het komt niet overtuigend over dat de politie vindt dat er onvoldoende aanknopingspunten voor de vervolging van de dader zouden zijn.

    De vreemdelingenpolitie heeft mij inmiddels laten weten dat zij de regeling voor mensenhandel voortaan op de juiste manier toepast. Daar ben ik blij om, het gaat hier immers om kwetsbare vreemdelingen. En X, die heeft inmiddels een verblijfsvergunning gekregen.