Geen erfgenaam, toch betalen?

Op deze pagina

    Column

    "De SVB mag toch niet van mij verlangen dat ik twee maanden AOW van mijn overleden broer aan hen terugbetaal? Ik ben namelijk helemaal geen erfgenaam van mijn broer." Dit schrijft een bezorgde meneer de Rooij* mij in een uitgebreide brief. Op dat moment heeft de Sociale Verzekeringsbank (SVB) inmiddels een deurwaarder ingeschakeld. Meneer de Rooij verzoekt mij daarom om zijn zaak met spoed te behandelen.

    Het verhaal van meneer de Rooij grijpt mij aan. Daarom neemt één van mijn medewerkers meteen contact met hem op. Meneer de Rooij vertelt ons dat zijn broer na een lang ziekbed bij een vriend thuis is overleden. De overlijdensaangifte is gedaan bij de gemeente waar de vriend van zijn broer woont. Door een fout in de overlijdensakte was het voor de gemeente waar zijn broer oorspronkelijk woonde niet mogelijk om de SVB tijdig te informeren over het overlijden. Daardoor heeft de SVB twee maanden AOW doorbetaald aan de overleden broer van meneer de Rooij. Meneer de Rooij staat raar te kijken als hij van de SVB een brief ontvangt gericht aan 'de erven van' met daarachter de naam van zijn broer. In deze brief vraagt de SVB aan meneer de Rooij om de ten onrechte aan zijn broer betaalde AOW aan de SVB terug te betalen. Telefonisch probeert hij uit te leggen dat hij geen erfgenaam is van zijn overleden broer en zich daarom ook niet verantwoordelijk voelt voor terugbetaling van de AOW. Maar op de één of andere manier haalt dat niets uit. De SVB gaat er namelijk nog steeds vanuit dat meneer de Rooij verantwoordelijk is voor de terugbetaling van de twee maanden AOW.

    Onze ervaring leert dat in dit soort situaties een telefoontje vaak kan bijdragen aan een directe oplossing. Daarom bellen wij de SVB om aandacht te vragen voor deze zaak. Een medewerker van de SVB heeft begrip voor de situatie en wil graag meewerken aan een oplossing. Nog binnen een week belt een blije meneer de Rooij ons op. Hij vertelt ons dat een medewerker van de SVB contact met hem heeft opgenomen. Uit dit gesprek is voor de SVB duidelijk geworden dat de communicatie tussen meneer de Rooij en de SVB over deze zaak beter en minder formeel had gekund. Om deze reden heeft de SVB besloten om de vordering te laten vervallen en de opdracht aan de deurwaarder in te trekken. Met een tevreden gevoel kan meneer de Rooij deze zaak afsluiten. Het doet mij goed dat de SVB de zaak op deze sportieve manier heeft opgelost.

    * Om privacyredenen is de naam veranderd