Schijn van partijdigheid bij benoeming rijksarchivaris

Op deze pagina

    Nieuwsbericht
    Magazijn met dozen

    De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, constateert in een vandaag uitgebracht rapport dat er sprake is geweest van schijn van partijdigheid bij de benoeming van de rijksarchivaris in 2007 door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het ministerie heeft die indruk gewekt door het diplomavereiste in de vacaturetekst af te zwakken en door het moment waarop het ministerie de regelgeving op dit punt heeft aangepast.

    De benoemingsprocedure voor een nieuwe rijksarchivaris heeft vorig jaar in de archiefwereld tot opschudding geleid. In mei 2007 heeft het Ministerie van OCW een vacature opengesteld voor de functie 'algemeen rijksarchivaris tevens directeur Nationaal Archief'. In strijd met de Archiefwet bleek een archiefdiploma in de vacaturetekst geen vereiste. Op dezelfde dag dat het ministerie de benoeming van een kandidaat bekend maakte, werd ook een wijziging gepubliceerd van het Statuut van het Nationaal Archief gepubliceerd in de Staatscourant. Deze wijziging maakte het mogelijk om iemand zonder diploma te benoemen als directeur, en niet tot rijksarchivaris. En zo gebeurde het ook. Zodra deze kandidaat het vereiste diploma behaald zou hebben, zou hij ook benoemd kunnen worden tot rijksarchivaris. De gang van zaken leidde tot een klacht bij de Nationale ombudsman.

    Procedure correct

    Na onderzoek constateert de Nationale ombudsman dat de procedure voor de benoeming op zich correct is verlopen. De Nationale ombudsman heeft geen aanwijzingen gevonden dat het Ministerie van OCW daadwerkelijk partijdig is geweest bij de benoeming zelf: de juiste man is op de juiste plaats terechtgekomen.

    Niet transparant

    Wel is op twee punten de schijn van partijdigheid gewekt, vindt de ombudsman. Ten eerste constateert hij dat de vacaturetekst niet in overeenstemming is met de Archiefwet. Volgens de Archiefwet is een archiefdiploma vereist voor een rijksarchivaris.

    Daarnaast heeft de ombudsman kritiek op het late tijdstip waarop de regelgeving zo gewijzigd werd dat een kandidaat benoemd kon worden die niet in het bezit was van een archiefdiploma. Het ministerie had al voor aanvang van de procedure onderkend dat het lastig zou zijn om de combinatie van zowel directeur als rijksarchivaris in één persoon te vinden. Desondanks is niet voorafgaand aan de procedure het juridisch kader voor de vacature gewijzigd. Dit is pas gebeurd op het moment dat een kandidaat benoemd werd die niet aan de eisen voldeed. Dit wekt de schijn van partijdigheid: de regels van het spel mogen niet tijdens het spel gewijzigd worden.