Ombudsman: overheid moet behoorlijk omgaan met schadeclaims

Op deze pagina

    Nieuwsbericht
    Foto van een weegschaal

    De rijksoverheid dient verzoeken om schadevergoeding van burgers en bedrijven niet alleen juridisch correct te behandelen, maar ook behoorlijk. Begrip tonen voor wat er is gebeurd of zoeken naar een oplossing is voor veel mensen net zo belangrijk als een financiële genoegdoening. Dat stelt de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, in het onderzoeksrapport met de titel Behoorlijk omgaan met schadeclaims. Het rapport heeft hij samen met vijftien spelregels voor behoorlijk omgaan met schadeclaims vandaag overhandigd aan de minister van Justitie, Hirsch Ballin.

    Het is onvermijdelijk dat een omvangrijke organisatie als de rijksoverheid wel eens schade of nadeel veroorzaakt voor burgers, bedrijven en instellingen. De overheid krijgt daarom regelmatig verzoeken om schadevergoeding. Het onderzoek van de ombudsman strekt zich uit over de jaren 2006-2007 en laat zien hoe verschillend de praktijk bij de ministeries is, zowel in aantallen schadeclaims als in de aard ervan. Dit heeft te maken met de taak van een ministerie. Zo heeft Rijkswaterstaat in twee jaar tijd bijna 2.500 claims ontvangen en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maar vijf. Sommige ministeries kijken niet alleen met een juridische blik naar de afhandeling van claims, maar zoeken naar passende oplossingen. Bij andere ministeries staat de juridische aanpak juist centraal.

    Minder juridisch

    De ombudsman geeft in zijn onderzoek geen oordeel over de rechtmatigheid van claims of de behandeling ervan. Wel vraagt hij meer aandacht voor een behoorlijke behandeling van claims. De kern daarvan is, dat de overheid een persoonlijke benadering kiest die gericht is op de oplossing van het conflict of het geschil. Daarvoor is het nodig dat de overheid goed luistert naar "het verhaal achter de claim", aandacht besteedt aan wat er is gebeurd en zo nodig excuses aanbiedt. Dat is voor mensen vaak even belangrijk als financiële genoegdoening.

    Daarom adviseert Brenninkmeijer om juridische procedures zo mogelijk te vermijden, en te kiezen voor bijvoorbeeld bemiddeling. Als het wel komt tot een gerechtelijke procedure zou de overheid terughoudend moeten zijn bij het instellen van hoger beroep.

    Proactief en coulant

    Volgens de ombudsman houdt behoorlijke behandeling van claims ook in, dat de overheid zich proactief opstelt door van te voren zelf na te gaan of door haar handelen bepaalde burgers onevenredig worden benadeeld en door meteen regelingen te treffen voor compensatie van dit nadeel. Als de overheid haar aansprakelijkheid wel erkent, maar niet de hoogte van het schadebedrag, zou zij in ieder geval het erkende bedrag kunnen vergoeden. Ook zou de overheid de burger zodanige informatie moeten geven dat deze de procedure op een gelijkwaardige manier kan voeren.

    Tot slot pleit Brenninkmeijer er voor dat de overheid zich niet te snel laat weerhouden door argumenten van precedentwerking of gelijke behandeling als een coulante benadering passend is. De overheid zou ook coulant moeten zijn als vast staat dat zij fouten heeft gemaakt, maar de burger problemen heeft om de omvang van de schade met hard bewijs te staven.

    Kabinetsbeleid

    Het onderzoek van de ombudsman en de spelregels voor behoorlijk omgaan met schadeclaims sluiten aan bij het streven van het kabinet om minder juridiserend met conflicten en geschillen om te gaan. De ombudsman heeft de aspecten van behoorlijke behandeling van claims, de vijftien spelregels, uitvoerig besproken met de ministeries en na overleg met de minister van Justitie vastgesteld.