Nationale ombudsman onderzocht opschoonactie RDW

Op deze pagina

    Nieuwsbericht

    De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, heeft vandaag vier rapporten uitgebracht over de 'opschoonactie' van de Dienst Wegverkeer (RDW). Eerder dit jaar ontving hij bijna 90 klachten van mensen die plotseling geconfronteerd werden met boetes. Die boetes kregen zij omdat zij geen geldige APK hadden voor auto's die zij al jarenlang niet meer in hun bezit hadden. Deze mensen stonden buiten hun weten nog geregistreerd als eigenaar van de auto's. De Nationale ombudsman heeft kritiek op deze manier van handelen. Hij vindt het niet juist dat de RDW mensen niet eerst de gelegenheid heeft gegeven om de geregistreerde gegevens te controleren en te wijzigen. De RDW heeft dit positief opgepakt.

    De RDW beheert het kentekenregister, het verzekeringsregister en het APK-register. Door registervergelijking kan de RDW vaststellen of de houder van een bepaald kenteken aan de APK en de motorrijtuigenbelasting heeft voldaan. Deze registervergelijking vond in het verleden steekproefsgewijs plaats. Vanaf 2007 is er een 100%-controle. De RDW stuurt vanaf dan voor APK-overtredingen geen voorafgaande brief meer, zodat mensen vaak tot hun verrassing direct een boete krijgen. Wanneer zij bij de RDW aan de bel trekken, blijkt dat zij buiten hun weten nog geregistreerd staan als kentekenhouder van een auto die inmiddels al jaren niet meer in hun bezit is. Deze registratie wordt op verzoek van de gedupeerden gewijzigd, maar de opgelegde boete blijft in stand, omdat het kenteken op de datum van de overtreding nog wel op hun naam stond. Na signalen uit de media en van het Juridisch Loket heeft de Nationale ombudsman gedupeerden opgeroepen zich te melden. Daarop zijn bijna 90 klachten over de RDW ontvangen.

    Onderzoek naar boetebeslissing

    Op verzoek van de Nationale ombudsman heeft de RDW constructief meegewerkt aan het vinden van een oplossing. In een groot deel van de gevallen heeft de RDW aan het openbaar ministerie verzocht om correctie van de boetebeslissing, waarna de boete kwam te vervallen. Een correctieverzoek vond niet in alle gevallen plaats. Het onderzoek van de Nationale ombudsman richtte zich op de vraag wanneer de correctie van de boetebeslissing noodzakelijk was. Aan de hand van vier gevallen heeft de Nationale ombudsman deze grens aangegeven: in twee gevallen was de weigering redelijk in twee andere gevallen niet.

    Gelijk beboeten niet behoorlijk

    Een man wordt bijvoorbeeld in 2008 volledig verrast met een boete omdat hij in 1995 niet aan zijn APK-verplichting heeft voldaan. Inmiddels is de auto waarvoor hij een boete krijgt al dertien jaar niet meer in zijn bezit: in 1995 heeft hij zijn auto geëxporteerd. Hij ging ervan uit dat hij niet meer als kentekenhouder stond geregistreerd. De Nationale ombudsman oordeelt zijn klacht gegrond. Hij vindt het niet juist dat in dit geval en bij vergelijkbare zaken, er gedurende een hele lange periode niet tegen de vermeende overtreding is opgetreden, en vervolgens zonder enige kennisgeving vooraf, door de overheid direct een boete is opgelegd. Dit terwijl mensen volledig onwetend zijn dat zij een overtreding hebben begaan. De ombudsman vindt dat mensen eerst de kans moeten krijgen om de geregistreerde gegevens te controleren en te wijzigen. Pas daarna kan vastgesteld worden of er inderdaad sprake is geweest van een overtreding.

    De Nationale ombudsman heeft er met instemming kennis van genomen dat voor deze meneer en mensen in vergelijkbare situaties alsnog een correctieverzoek is gedaan. De RDW heeft aan het begin van het onderzoek van de nationale ombudsman al laten weten de kentekenregistraties die voor 1 januari 1995 zijn ingeschreven eerst op juistheid te controleren voordat voor deze kentekens door registervergelijking zal worden beoordeeld of sprake is van overtredingen.