Migratiepact

De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman zijn in 2025 een onderzoek gestart naar het Europees Migratie- en Asielpact. Het Pact zal grote gevolgen hebben voor hoe Europese lidstaten omgaan met asielverzoeken. De ombudsmannen willen weten wat de invoering van de nieuwe regels betekent voor de mensen die in Nederland asiel aanvragen. In het bijzonder voor kinderen en jongeren.

""

Op 14 mei 2024 nam de Europese Unie (EU) het Migratie- en Asielpact aan. Hiermee wil de EU meer grip krijgen op migratie aan de buitengrenzen en de druk op lidstaten eerlijker verdelen. 
Belangrijke onderdelen zijn:

  • Een screening en versnelde grensprocedure voor migranten en asielzoekers van wie wordt verwacht dat zij geen recht hebben op bescherming.
  • Een asielprocedure met kortere doorlooptijden, strengere regels voor opvolgende aanvragen en meer mogelijkheden om misbruik tegen te gaan.
  • Meer solidariteit tussen lidstaten, zodat landen die veel asielverzoeken ontvangen steun krijgen van andere landen.

Het Pact treedt op 12 juni 2026 in werking. Nederland bereidt zich momenteel voor op deze veranderingen.

We onderzoeken of de uitvoering van het Pact aansluit bij de fundamentele rechten en kinderrechten van asielzoekers. Daarbij kijken we naar hoe de nieuwe processen worden ingericht en wat de gevolgen zijn voor de mensen die ermee te maken krijgen.

  • Gesprekken met betrokken organisaties. We onderzoeken hoe Nederland het Pact vormgeeft en welke zorgen hierover leven binnen het maatschappelijk middenveld.
  • Analyse van verwachte gevolgen. We onderzoeken wat de nieuwe procedures betekenen voor asielzoekers en hun kinderen, en welke risico’s of knelpunten daarbij kunnen ontstaan.
  • Afronding. Als duidelijk is hoe de implementatie eruit komt te zien, zullen de ombudsmannen hun visie hierop en eventuele zorgen delen.  

De resultaten van het onderzoek worden voor de zomer van 2026 verwacht. Ook na de inwerkingtreding van het Pact blijven de ombudsmannen dit onderwerp volgen.  

Zo willen de ombudsmannen bijdragen aan een zorgvuldige uitvoering van het Pact, waarbij de rechten van asielzoekers – en in het bijzonder die van kinderen – centraal staan.

Geen rol in het toezichtmechanisme

Het Pact verplicht lidstaten een onafhankelijk toezichtmechanisme op te zetten voor de screening en asielgrensprocedure. De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman dachten mee over hoe dat toezicht vorm zou kunnen krijgen. Ze onderzochten ook of zij daar zelf een rol in zouden willen spelen. Zij kozen er uiteindelijk voor om er geen onderdeel van uit te maken.

Ook zonder deelname kunnen zij namelijk toezicht houden op de organisaties die deze procedures uitvoeren. Dat doen zij vanuit hun eigen mandaat en onafhankelijke positie, door klachten te behandelen en zo nodig zelf onderzoek te starten. De ombudsmannen vinden het belangrijk om die onafhankelijkheid te behouden.