Bea en de boa

Op deze pagina

    Column
    Buitengewoon opsporingsambtenaren in een winkelstraat

    Bea* meldt haar kind ziek bij school. Ze is altijd heel nauwkeurig in dat soort dingen omdat de school alles doorgeeft aan de leerplichtambtenaar. Bea fietst op de stoep. Een handhaver van de gemeente houdt haar staande en waarschuwt haar dat ze niet op de stoep mag fietsen. In het restaurant van Bea komt een inspecteur van de Voedsel- en warenautoriteit voor controle. Gelukkig is alles in orde. Bea reist met de bus en vergeet bij het overstappen in te checken. Er is een controle en de controleur van haar vervoersbewijs geeft haar een boete.

    In het dagelijks leven hebben we allemaal geregeld contact met buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's). Zij zijn bijvoorbeeld werkzaam als conducteur, stadswacht, leerplichtambtenaar, sociaal rechercheur of boswachter.  Inmiddels hebben we er in Nederland ongeveer 23.500 van. Ze houden toezicht, zorgen dat mensen zich aan regels houden en sporen strafbare zaken op. Daarbij hebben ze veel contact met burgers en dat loopt lang niet altijd even soepel.

    Ze beschikken namelijk over opsporingsbevoegdheden die diep in het leven van mensen kunnen ingrijpen. In sommige gevallen ook over politiebevoegdheden, zoals fouilleren en soms zelfs over handboeien of een wapenstok. Het is dus belangrijk dat een klacht over een boa goed wordt behandeld.  

    Burgers weten vaak niet waar zij met hun klacht over een boa terecht kunnen en krijgen daar niet altijd informatie over. Daarom hebben we in november een meldpunt geopend waar mensen hun klachten en signalen over boa’s kunnen melden. Ik schreef toen op deze plek over Joost die ruzie kreeg met een parkeerwachter en het 16-jarige zieke meisje Hannah die door de leerplichtambtenaar werd aangemeld bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Student Joep was zijn portemonnee verloren en kon geen ov-bewijs en geen legitimatie laten zien en mevrouw Stan werd op de bon geslingerd omdat ze haar hondjes los liet lopen.

    Ongeveer tachtig mensen hebben de moeite genomen om hun ervaringen met de boa's bij ons te melden. In ons onderzoek concluderen wij dat het belangrijk is dat een boa herkenbaar is en dat een burger weet wie zijn werkgever is, zodat hij daar een klacht kan indienen. Ook vinden wij dat de klachtbehandeling op dit moment niet overal even goed plaatsvindt en dat het toezicht op de boa's niet altijd goed verloopt. Dat moet veranderen.

    Ik ga daarom met de minister van Veiligheid en Justitie in gesprek. Hij is verantwoordelijk voor deze opsporingstaken en naar mijn mening dus ook voor de behandeling van de klachten.  Want iedereen weet inmiddels: van klachten kun je leren. Het is niet altijd fijn, maar uiteindelijk wordt iedereen er beter van.

    * gefingeerde naam
    De personen op de foto zijn niet de personen uit deze column