Een moeizame rit

Op deze pagina

    Column
    Vrouw achter het stuur in een auto

    Als Anneke* de jaarlijkse aanslag gemeentelijke belastingen en waterschapsheffingen in de bus krijgt, dient zij een verzoek tot kwijtschelding in bij de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). Dit verzoek wordt afgewezen omdat Anneke de eigenaar is van twee auto's. Zij is volgens BsGW in staat om aan haar belastingverplichting te voldoen.

    Hier is Anneke het niet mee eens. Ze tekent beroep aan tegen dit besluit. BsGW verklaart dit beroep  ongegrond. Nadat ze tevergeefs een klacht heeft ingediend bij BsGW neemt ze contact op met ons. Collega Hans neemt haar klacht in behandeling.

    Je krijgt kwijtschelding voor het betalen van belasting als er geen geld of vermogen is om de belasting te betalen. Een auto is bezit en dit valt onder je vermogen. Is de auto minder waard dan €2269 wordt deze niet tot je vermogen gerekend. Is de auto meer waard, maar kan je aantonen dat je hem nodig hebt voor je werk of in verband met invaliditeit, valt deze ook niet onder je vermogen.

    Anneke is de eigenaar van een oude Suzuki die al een tijd in de garage staat. Hij is kapot en ze kan de reparatie niet betalen. Daarom heeft ze de auto laten schorsen bij de RDW. Vanwege ziekte is een auto onmisbaar voor haar. Daarom mag ze de Citroën van haar broer lenen. Zij betaalt de verzekering en belasting. Het kentekenbewijs wordt op haar naam gezet. Ze zal de auto teruggeven als ze de reparatie van haar eigen auto kan betalen.

    BsGW geeft aan dat beide auto's op naam van Anneke staan. Ze gaan er dus vanuit dat zij de eigenaar is van beide auto's tenzij het tegendeel wordt bewezen. Volgens BsGW heeft Anneke onvoldoende aangetoond dat zij niet de eigenaar is van de Citroën. Ook heeft ze niet aangetoond dat een auto voor haar onmisbaar is.

    Uit de informatie van Anneke blijkt dat zij al een aantal jaren gebruik maakt van de Citroën. Het kentekenbewijs staat op haar naam. Zij bepaalt zelf wanneer ze de auto teruggeeft aan haar broer. Er is dus weinig verschil tussen het bezit en het gebruik van de auto. In dit geval kon BsGW in alle redelijkheid concluderen dat Anneke eigenaar was van beide auto's.

    Tijdens ons onderzoek bleek wel dat BsGW niet heeft gekeken wat de auto's per stuk waard zijn. Ze hebben niet bepaald welke auto valt onder de vrijstelling van €2269 en of de andere auto misschien minder waard is dan de belastingaanslag. De Nationale ombudsman heeft BsGW aanbevolen opnieuw te kijken naar het verzoek tot kwijtschelding en daarbij ook te bekijken wat de auto's waard zijn. BsGW heeft deze aanbeveling inmiddels overgenomen. De aanslag wordt alsnog gedeeltelijk kwijtgescholden voor Anneke.

    *gefingeerde naam
    De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column