2013/184: UWV voegt kopie legitimatie van vertrouwenspersoon cliënt toe aan dossier

Rapport

Mevrouw O. is CNV-vertrouwenspersoon; dat zijn vrijwilligers die speciaal zijn opgeleid om CNV-leden tijdens ziekte te ondersteunen en te adviseren. Zij begeleiden bijvoorbeeld ook CNV-leden bij keuringen door het UWV. Mevrouw O. schreef de Nationale ombudsman dat zij zich, als begeleider, met paspoort of ID-kaart moest legitimeren bij het UWV. Ze wist ook van andere begeleiders dat soms een kopie werd gemaakt die dan aan de arts afgegeven moest worden. Ze vond dat geen prettig idee; zo'n kopie hoort niet in het dossier van de cliënt thuis. Ze had het UWV gevraagd hoe dat zat; het UWV had gezegd dat de minister dit toestond en dat het nodig was om fraude te voorkomen. Zo kon bijvoorbeeld worden gecontroleerd of het burgerservicenummer (verder: BSN) klopt en welke nationaliteit en eventuele verblijfsstatus de begeleider heeft. De richtlijnen waren verder aangescherpt naar aanleiding van een fraudezaak waarbij ook begeleiders betrokken waren.

Mevrouw O. vond het nog steeds niet juist dat het zo ging en vroeg de ombudsman om zijn oordeel hierover.

De Nationale ombudsman stelde vast dat er voldoende grondslag was voor het laten tonen van een legitimatiebewijs door een begeleider. Het UWV mag van een begeleider verlangen dat deze zich identificeert aan de hand van een toegelaten identificatiebewijs, zo stelde hij daarom vast.

Ook voor het vastleggen van het BSN van de begeleider zag de Nationale ombudsman voldoende grondslag in wet- en regelgeving.

Wel was hij van oordeel dat de huidige procedure, waarbij bij ieder bezoek een kopie wordt gemaakt van het legitimatiebewijs, onnodig bezwarend is voor burgers die UWV-cliënten beroepsmatig begeleiden. Het beleid schrijft wel voor dat de kopie na registratie van het BSN wordt vernietigd, maar daar heeft betrokkene in het geheel geen controle op.

De gedraging is niet behoorlijk. Grondrecht eerbiediging persoonlijke levenssfeer.

De Nationale ombudsman geeft het UWV in overweging om het beleid op dit punt zodanig aan te passen dat bij ieder bezoek na controle van het legitimatiebewijs van de begeleider direct de relevante gegevens – in de meeste gevallen het BSN – worden vastgelegd en dat het legitimatiebewijs, zonder daarvan een kopie te maken. daarna wordt teruggegeven.

Instantie: UWV Amsterdam

Klacht:

moeten legitimeren met een officieel legitimatiebewijs, terwijl verzoekster als CNV-vertrouwenspersoon UWV-cliënten bij gesprekken met het UWV begeleidt

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: UWV Amsterdam

Klacht:

kopie van verzoeksters legitimatiebewijs en/of een notitie van haar persoonlijke gegevens gevoegd in het dossier van de cliënt die zij begeleidt

Oordeel:

Gegrond