2011/369: Officier van Justitie seponeert een strafzaak met sepotcode 2 in plaats van sepotcode 1

Rapport

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Den Haag de sepotbeslissing in zijn strafzaak heeft gemotiveerd met de sepotcode 02 (onvoldoende bewijs) in plaats van 01 (ten onrechte als verdachte aangemerkt).

U. was werkzaam als ambtenaar van politie en was een collega van verzoeker. U. werd als verdachte aangemerkt voor het valselijk opmaken van een proces-verbaal van aanhouding. In zijn eerste verhoor als verdachte kwam een zekere betrokkenheid van verzoeker bij het tot stand komen van het proces-verbaal naar voren. Verzoeker had als de van dienst zijnde wachtcommandant bij het tot stand komen van het proces-verbaal de inhoud ervan besproken, nagekeken en gecorrigeerd. Verzoeker werd op grond daarvan ook als verdachte aangemerkt. Na de afronding van het strafrechtelijk onderzoek seponeerde de officier van justitie de strafzaak tegen verzoeker met sepotcode 02. Verzoeker was van mening dat hij ten onrechte als verdachte was aangemerkt en dat daarom sepotcode 01 gebruikt had moeten worden.

Bij het voorleggen van de klacht aan de officier van justitie stelde deze zich op het standpunt dat er voldoende gronden waren geweest om verzoeker aanvankelijk als verdachte aan te merken. Ten aanzien van de situatie na het onderzoek stelde hij dat de onschuld van verzoeker niet voldoende aannemelijk was geworden. De sepotcode 02 werd niet gewijzigd.

De Nationale ombudsman kwam na zijn onderzoek tot het oordeel dat de beslissing van de officier van justitie voldeed aan het motiveringsvereiste en dat de officier van justitie de strafzaak terecht met de sepotcode 02 had afgedaan. Niet duidelijk was geworden hoe groot de betrokkenheid van verzoeker bij het uiteindelijk valselijk opgemaakte proces-verbaal van aanhouding was geweest, wel was een zekere betrokkenheid bij het tot stand komen van het proces-verbaal gebleken. Verzoeker had, in zijn leidinggevende functie als wachtcommandant, kennelijk ook geaccepteerd dat mogelijk een valselijk opgemaakt proces-verbaal zou worden ondertekend. De Nationale ombudsman was van oordeel dat het onderzoek de verdenking tegen verzoeker niet volledig had weggenomen.

De Nationale ombudsman is van oordeel dat de gedraging van de officier van justitie, die onder verantwoordelijkheid valt van de minister van Veiligheid en Justitie, behoorlijk was en de klacht niet gegrond.

Instantie: Officier van justitie te Den Haag

Klacht:

officier van justitie heeft de tegen verzoeker ingestelde strafzaak geseponeerd met sepotcode 2 in plaats van sepotcode 1

Oordeel:

Niet gegrond