2011/192: Klacht over te weinig (verspreide) inspraakbijeenkomsten en informatieverstrekking inzake kerncentrale Borsele

Rapport

Op 29 juni 2009 heeft energiebedrijf Delta N.V. een startnotitie voor een milieueffectrapportage (m.e.r.) ingediend voor het bouwen en bedrijven van een tweede kerncentrale bij Borssele. Met een m.e.r. wordt beoogd om vooraf de mogelijke milieueffecten van plannen en besluiten in beeld te brengen. De Wet milieubeheer schrijft voor dat aan burgers de gelegenheid wordt gegeven om zienswijzen naar voren te brengen voordat de richtlijnen voor de milieueffectrapportage worden vastgesteld. VROM heeft aan burgers de mogelijkheid geboden om zowel schriftelijk als mondeling zienswijzen in te dienen. Daartoe heeft het, onder meer, drie inspraakbijeenkomsten georganiseerd.

Verzoekster heeft de inspraakbijeenkomst in Middelburg bezocht. Zij klaagt erover dat VROM niet behoorlijk is omgegaan met de inbreng en inspraak van burgers in deze procedure. Verzoekster klaagt er in dit verband met name over dat VROM:

1. Te weinig inspraakbijeenkomsten heeft georganiseerd en dat deze bijeenkomsten te weinig verspreid over het land hebben plaatsgevonden;

2. Niet alle indieners van zienswijzen schriftelijk en persoonlijk op de hoogte heeft gehouden van de m.e.r.-procedure, ondanks een toezegging hierover bij de inspraakbijeenkomsten.

In het onderzoek naar deze klacht heeft de Nationale ombudsman de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI), onder wiens verantwoordelijkheid deze gedraging van de minister van VROM thans valt, gevraagd om de uitvoering van de inspraakprocedure te toetsen aan de spelregels voor behoorlijke burgerparticipatie.

Klachtonderdeel 1: vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. De Nationale ombudsman oordeelde dat deze gedraging behoorlijk is. VROM heeft zich met de geboden mogelijkheden voldoende ingespannen om een volwaardige inspraakprocedure te waarborgen.

Klachtonderdeel 2: vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. Ook deze gedraging oordeelde de Nationale ombudsman als behoorlijk. De Nationale ombudsman kan de minister volgen in zijn standpunt dat de toezegging op de inspraakbijeenkomst alleen de aanwezigen betrof. Daarnaast acht hij het niet onredelijk dat VROM bij schriftelijk ingediende zienswijzen gebruik heeft gemaakt van de bestuursrechtelijke mogelijkheid om alleen de eerste vijf personen te informeren. Omdat de zienswijze en de gevraagde gegevens niet door VROM zijn opgesteld, valt het VROM niet aan te rekenen dat bepaalde personen waarvan de adresgegevens onvolledig waren niet zijn geïnformeerd.

Instantie: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Klacht:

te weinig inspraakbijeenkomsten georganiseerd en deze bijeenkomsten te weinig verspreid over het land

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Klacht:

niet alle indieners van zienswijzen schriftelijk en persoonlijk op de hoogte gehouden van de m.e.r.-procedure, ondanks een toezegging hierover bij de inspraakbijeenkomsten

Oordeel:

Niet gegrond