De dochter van verzoekster verbleef tijdelijk bij haar vader (de ex-partner van verzoekster). In die periode werd er een uithuisplaatsing uitgesproken waarna haar dochter niet bij haar terug mocht komen maar bij haar vader bleef wonen.
Verzoekster klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg als reden voor de uithuisplaatsing "gewenning" heeft genoemd. Daarnaast klaagt verzoekster erover dat een opmerking van haar (toenmalige) partner als bedreiging is opgevat en dat deze opmerking daarmee onterecht aanleiding is geweest voor het beperken van de omgangsregeling tussen haar en haar dochter.
Als laatste klaagt verzoekster erover dat Bureau Jeugdzorg geen zorg heeft gedragen voor een onpartijdige klachtbehandeling. Deze klacht valt uiteen in twee klachtonderdelen, namelijk dat de secretaris van de klachtencommissie in een eerder stadium bij het dossier betrokken is geweest uit hoofde van een andere functie en de klacht dat de secretaris het verslag van de hoorzitting niet op verzoek van verzoekster heeft willen aanpassen.
De klacht met betrekking tot het hebben van meerdere functies van de secretaris van de klachtencommissie is gegrond verklaard wegens schending van het beginsel van onpartijdigheid. Dit heeft aanleiding gegeven tot het geven van een aanbeveling, namelijk om er zorg voor te dragen dat het niet meer voor kan komen dat een secretaris van de klachtencommissie daarnaast nog een andere functie bij Bureau Jeugdzorg bekleed en als gevolg van de combinatie van beide functies in meerdere hoedanigheden bij dossiers betrokken raakt.
De klacht met betrekking tot de bedreiging is niet gegrond verklaard. Deze is getoetst aan het vereiste van professionaliteit. De klacht met betrekking tot het verslag van de hoorzitting is eveneens niet gegrond verklaard, deze is getoetst aan het vereiste van administratieve nauwkeurigheid. De klacht met betrekking tot het noemen van 'gewenning' mist feitelijke grondslag.
