2010/111

Rapport

In het kader van een keuring voor de Ziektewet moest verzoeker op het spreekuur van de verzekeringsarts verschijnen. Verzoeker voelde zich tijdens dit spreekuur onheus bejegend door de verzekeringsarts. Hij diende over de verzekeringsarts een klacht bij het UWV in. Deze klacht werd zonder horen door het UWV en zonder acht te slaan op een door verzoeker overlegde getuigenverklaring, afgedaan. Over de klacht werd geen oordeel gegeven omdat de visies van betrokkenen op de gang van zaken tijdens het spreekuur verschilden.

Verzoeker klaagde er bij de Nationale ombudsman onder meer over dat het UWV zijn klacht niet op een zorgvuldige wijze had behandeld. Het UWV had zich niet zonder meer mogen onthouden van het geven van een oordeel en had ondanks toezeggingen daartoe geen contact met hem opgenomen om een nadere toelichting over de klachtafhandeling te geven. Ook klaagde verzoeker erover dat het UWV geen duidelijkheid heeft gegeven over de termijn waarbinnen een reactie op zijn klacht kon worden verwacht.

De Nationale ombudsman overwoog dat het UWV bij klachten over bejegening waarbij er sprake is van elkaar afwijkende visies, zich niet simpelweg mag onthouden van het geven van een oordeel. Volgens de Nationale ombudsman had het in de rede gelegen om naast dossieronderzoek en het horen van partijen, wat in dit geval ook niet had plaatsgevonden, tevens acht te slaan op de door verzoeker overlegde getuigenverklaring. Nu het UWV in de klachtafhandeling hieraan voorbijging en er in de klachtafhandelingsbrief geen melding van maakte, is de wijze waarop de klacht door het UWV werd afgehandeld, naast het feit dat verzoeker ten onrechte niet werd gehoord, niet zorgvuldig geweest. De Nationale ombudsman oordeelde dat het UWV het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving had geschonden. Hij achtte de onderzochte gedraging op dit punt niet behoorlijk.

Over de klacht van verzoeker dat het UWV, ondanks toezeggingen daartoe, geen contact met hem had opgenomen om een nadere toelichting op de klachtafhandeling te geven, oordeelde de Nationale ombudsman dat de gedraging niet behoorlijk was wegens schending van het vereiste van rechtszekerheid. Dit gaf aanleiding om aan het rapport een aanbeveling te verbinden.

De klacht van verzoeker ten aanzien van de onduidelijke informatieverstrekking door UWV over de behandeltermijn van de klacht, achtte de Nationale ombudsman niet gegrond.

Met aanbeveling.

Instantie: UWV Heerlen

Klacht:

Zich van oordeel onthouden over klacht over de bejegening door een verzekeringsarts; geen contact opgenomen ondanks toezegging.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: UWV Heerlen

Klacht:

Geen duidelijkheid gegeven over behandelingstermijn klacht.

Oordeel:

Niet gegrond