2009/285

Rapport

Verzoekers zijn door de politie als getuigen gehoord over de moord op een vrouw door haar man. Allen behoren tot de Koerdische gemeenschap in dezelfde stad. Na veroordeling van de man en zijn twee broers zijn verzoekers en hun kinderen uitgescholden en bedreigd door familie van de daders, werd hun winkel geboycot en hebben zij uiteindelijk moeten verhuizen.

Verzoekers hebben de betrokken rechercheurs gezegd dat zij bang waren om te verklaren; ze wilden niet dat de verdachten hun verklaring zouden kunnen lezen. Zij klagen erover dat de politie hen onvoldoende heeft geïnformeerd over hun positie als getuige en verwachtingen heeft gewekt over het vertrouwelijk omgaan met hun personalia.

De rechercheurs hadden de angst bij verschillende getuigen opgemerkt, maar nadat zij uitleg hadden gegeven en hen hadden gerustgesteld , hebben verzoekers aan het verhoor meegewerkt. Uit de klachtbehandeling door het politiekorps leidde de Nationale ombudsman af dat de politiemensen niet hadden verteld dat geen wettelijke verplichting bestaat om tegenover de politie te verklaren en verder dat de politie vindt dat zij die informatie ook niet hoeft te geven. De Nationale ombudsman is het daar niet mee eens. Getuigen verdienen erkenning als personen aan wie (grond)rechten toekomen en - zo benadrukt de Nationale ombudsman vanuit zijn taak - die overeenkomstig vereisten van behoorlijkheid moeten worden behandeld. Daartoe behoort dat zij evenwichtig worden geïnformeerd, opdat zij weten waar zij aan toe zijn en zonodig worden beschermd. Verzoekers verkeerden in een kwetsbare positie; daarvoor hebben de politiemensen onvoldoende oog gehad en zij hebben verzoekers onvoldoende geïnformeerd. Daarbij heeft de Nationale ombudsman overwogen dat uit artikel 6 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens voor politie en justitie een plicht voortvloeit grondrechten van getuigen te bewaken.

De klacht was gegrond wegens schending van het beginsel van fair play.

De Nationale ombudsman deed aan de korpsbeheerder de aanbeveling om met verzoekers te overleggen over een passende vorm van compensatie.

Verzoekers' klacht over de klachtbehandeling door het politiekorps was niet gegrond.

Instantie: Beheerder regiopolitie Gelderland-Midden

Klacht:

Verwachtingen gewekt dat de klacht gegrond zou worden verklaard, maar uiteindelijk ongegrond verklaard.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Gelderland Zuid

Klacht:

Onvoldoende en/of onjuist geïnformeerd over de positie van getuigen die door de politie worden verhoord en wat er met hun verklaringen gebeurt, en de verwachtingen die zijn gewekt over het niet bekend maken van verzoekers identiteit niet gehonoreerd.

Oordeel:

Gegrond