2006/221

Rapport

De verhuurder van verzoekster verzocht de huurcommissie om uitspraak te doen over de redelijkheid van de voorgestelde huurverhoging. Hoewel verzoekster tegen het voorstel tot huurverhoging bezwaar had gemaakt, vermeldde hij dit. Verder was het huurverhogingsvoorstel van een andere huurder bijgevoegd. Dit laatste werd niet opgemerkt door (het secretariaat van) de huurcommissie. De voorzitter van de huurcommissie deed uitspraak en verzoekster zag zich genoodzaakt - omdat uitspraak was gedaan op grond van onjuiste gegevens - verzet aan te tekenen. Ook had een en ander gevolgen voor aan haar toegekende huursubsidie. Voor de kosten die zij hierdoor had moeten maken, onder meer gederfde inkomsten, diende zij een verzoek om schadevergoeding in. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wees het verzoek af. De Nationale ombudsman achtte de wijze waarop de minister op het verzoek om schadevergoeding had gereageerd, niet redelijk en deed de aanbeveling om verzoekster alsnog uit coulance ter compensatie van in ieder geval een deel van de door haar gemaakte kosten, een geldelijk bedrag uit te keren.

Instantie: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Klacht:

Verzoeksters verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Gegrond